Biocyclische-Veganlandbouw 

Bevordering van Biocyclische-Veganlandbouw in Nederland en Vlaanderen


Mensenmest past in kringloopgedachte 

Auteur: Theo Grent – Berlijn, 6 maart 2021. 

De fosfaatvoorraad op aarde glipt langzaam uit onze handen, doordat we dit element niet goed hergebruiken. Fosfaat dat er uiteindelijk uitgaat doordat we kakken en pissen, wordt niet goed opgevangen en belandt in de zee of in rioolslib dat vernietigd wordt. Hoewel het past in de kringloopgedachte, is mensenmest bovendien (nog) niet toegestaan in de biologische teeltwijzen volgens de huidige internationaal vastgestelde normen.

In Nederland bestaat de bijzondere situatie dat de landbouw meer dierlijke mest produceert dan we op alle Nederlandse landbouwgrond (een areaal van om en nabij 1,8 miljoen hectare) mogen gebruiken volgens de meststoffenregelgeving. Het betekent dat ook voor het element fosfaat de mineralenbalans sterk positief is. Er komt jaarlijks veel meer fosfor Nederland binnen (in 2018: 105 miljoen ton), terwijl slechts iets meer dan de helft ervan (65 miljoen ton) weer geëxporteerd wordt. De grootste aanvoerbron is veevoer (70 miljoen ton). Dat wordt door ons vee voor het grootste deel omgezet in mest, wat dus in Nederland voor een enorm mestoverschot zorgt. Van de voedingswaarde in door het vee geconsumeerd voer komt circa 75% terug in de mest als plantenvoedingsstoffen en grondstoffen voor het boerenbedrijf.

Dat is echter maar de helft van het verhaal: in Nederland houden we niet alleen veel dieren, er leven ook veel mensen. Die zetten voedsel om in ‘mensenmest’ en andere afvalstromen, die echter nauwelijks terugkomen in de landbouw. Samen met industrieel afval is deze menselijke afvalstroom goed voor circa een vijfde (20 miljoen ton) van de fosfor die jaarlijks Nederland binnenkomt en die geheel verdwijnt uit de kringloop. Dat is niet duurzaam: fosfaat is een eindige grondstof en we spoelen het hier als poep letterlijk weg door de WC.

De opgave in de kringlooplandbouw is om dat bijna onomkeerbare verlies te voorkomen. Daarmee neemt het fosfaatoverschot in Nederland echter toe. Wanneer we er als maatschappij voor kiezen de fosforbalans in evenwicht te brengen, moeten we minder veevoer importeren en de afname aan dierlijke mest vervangen door fosfor uit de afvalketen. Dit komt neer op een forse krimp van de veestapel. In theorie hoeft de veehouderij echter niet te krimpen, als we processen ontwikkelen om de fosfor uit het afvalsysteem, samen met het fosfaatoverschot uit de landbouw, te verwerken en te exporteren.

Tot het midden van de 19e eeuw was het gebruikelijk de fecaliën van je gezin terug te brengen op het land. Toen werkten veel mensen nog met een beerput die regelmatig geleegd werd. Om dit vandaag de dag te doen, dienen we het verwerkingsproces van de ontlasting aan te passen: verbeterde hygiëne, compostering en afvoer van reststoffen. Een aantal eco-woonwijken heeft dit al: de excrementen worden op kleine schaal afgevoerd naar een installatie waar er biogas en fosfaat uit wordt gewonnen.

Ook binnen de huidige internationale regelgeving van de biologische teeltwijzen, waarin het gebruik van mensenmest (nog) niet is toegestaan, kunnen we het met goed fatsoen niet hebben over het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid, zonder na te denken over de uitscheidingsproducten van ons lichaam. Als we de producten van onze bodem opeten en er niet in slagen die als mest in de bodem terug te brengen, krijgen we een vorm van erosie. We dragen bij aan de niet duurzame verwijdering van essentiële plantenvoedingsstoffen uit ons landbouw- en voedselsysteem. Voor altijd weggesluisd uit het land dat ze maakte.

Het verlies schijnt niet zo significant te zijn omdat het volume erg klein is, vergeleken met de grote hoeveelheden andere organische materialen die nu de bodem ingewerkt worden. Net als elke andere mest, moeten we echter de nutriëntendichtheid van poep niet over het hoofd zien. Mensen eten rijk en gevarieerd voedsel, meer dan welk landbouwhuisdier dan ook, en hun spijsverteringssysteem is verhoudingsgewijs inefficiënt in het benutten van al die goedheid. Dit komt naar voren als we de intense geur van onze stoelgang ruiken. Hoe smeriger de poep ruikt, des te beter het is voor het verbeteren van de bodem en het voeden van de planten.

We moeten ons realiseren dat poep niet alleen een vierletter woord is, maar dat onze schijt een waardevolle grondstof is. Alle feces moet weer terug het land op en daar blijven. Toch bestaat er een zeer goede reden om dit lichaamsafval te verafschuwen. Poep ruikt niet alleen smerig, het is ook gevaarlijk. Verspreid ontlasting niet domweg op het land om er daarna gewassen op te gaan telen, want dit is een recept voor de insleep van bacteriën die mensen behoorlijk ziek kunnen maken. Houd daarom alle poep volledig gescheiden van het gewone compostsysteem.

Elk poepsysteem begint vanzelfsprekend op de plee. In zijn eenvoudigste vorm valt al het uitgescheiden materiaal gewoon in de ruimte onder de poepdoos. Om de stank te binden kun je er na elke schijtbeurt een dot gesnipperd boomblad in kieperen, maar zaagsel, cacaodoppen en andere materiaal dat voorhanden is, dempt de geur ook uitstekend. Maak je er geen zorgen over dat je er te veel van gebruikt, want dergelijke organische materialen zijn waardevolle bodemverbeteraars en het verzekert je ervan dat er niets wegsijpelt uit de opvangruimte.

Twee keer per jaar, voorjaar en herfst, schep je de opvangruimte leeg en breng je de feces naar een compostsysteem met twee bakken voor de bereiding van mensenmest. Leeg alles op een bed van meer organisch materiaal. Bedek, als de bak bijna vol is, alles weer met weer een andere laag, zodat er niets van de poep in het zicht ligt. Schep alles na circa 6 maanden over naar de bak ernaast om ruimte te maken voor de volgende pleeleging. Strooi er ook weer een laag afdekmateriaal op. Aan het eind van het composteringsproces, 12 maanden na het ruimen van het schijthok, is dit tweemaal omgezette materiaal nauwelijks herkenbaar als originele poep. Ondanks alle buffermaterialen is deze mensenmest zeer rijk aan plantennutriënten en deels door de buffermaterialen rijk aan mineralen. Het is klaar voor gebruik.

Hoewel netjes gecomposteerde mensenmest veilig onder alle gewassen te gebruiken is, kun je er niet altijd vanuit gaan dat alles perfect verlopen is, en daarom kun je het maar beter alleen bij bepaalde gewassen toepassen. Dit klinkt sowieso logisch, want dat beetje mensenmest is zwaar onvoldoende voor al je land. Veel gewassen hebben het bovendien ook niet nodig en zijn inderdaad beter af zonder iets dat zo rijk is. Enkele gewassen, zoals pompoen en maïs, verwelkomen echter alles wat ze aan voeding kunnen krijgen en maken er goed gebruik van. Omdat hun zaad zo groot is, kun je een redelijk brede en diepe veur maken en daar eerst de mensenmest instrooien, dan het zaad erop laten vallen en alles vervolgens weer met grond bedekken. Alles zit zo goed weggestopt dat zelfs als bepaalde delen van de poep niet helemaal goed gecomposteerd zijn, de mensenmest geen gezondheidsrisico oplevert.

Aan de ene kant vormt mensenmest, net als elk soort dierlijke mest, een relatief onbetekenend deel van het vruchtbaarheidsplaatje. Aan de andere kant is het een veel te rijke grondstof om verloren te laten gaan. Vooral aangezien dit de onttrekking aan een deel van de aarde betreft, terwijl het een ander deel vervuilt. Hoewel we met het terugwinnen van fosfor uit ons afvalsysteem het overschot dat we in Nederland al hebben alleen maar vergroten, is het noodzakelijk met een circulaire oplossing te komen voor ons landbouw- en voedselsysteem. Fosfaat is immers een eindige grondstof waar we veel zorgvuldiger mee om moeten gaan.

Engels: Humanure fits into the cyclical process
Author: Theo Grent – Berlin, March 15th , 2021

Humanure fits into the cyclical process
We are slowly losing the earth's phosphate supply because we do not recycle it properly.
6 byo-humanure.pdf (112.64KB)
Humanure fits into the cyclical process
We are slowly losing the earth's phosphate supply because we do not recycle it properly.
6 byo-humanure.pdf (112.64KB)



E-mailen
Bellen